top of page

Narcodontie

Onder ‘narcodontie’ verstaat men het behandelen van tandproblemen (vullingen en extracties) terwijl de patiënt zich in een slaap bevindt. Hiervoor kunnen er een aantal indicaties zijn zoals:​

De uitgebreidheid van de ingreep

De leeftijd

Angst of mentale toestand van de patiënt die een adequate behandeling in de stoel onmogelijk maakt

Mensen met

gezondheidsproblemen

Deze ingreep wordt onder strikte controle van een anesthesist uitgevoerd in een operatiekamer.

Alvorens men tot zo’n ingreep kan overgaan is een voorafgaande consultatie aangewezen. Hierbij kan de behandelende tandarts zich een idee vormen van de mogelijke behandelingsopties en deze met u bespreken. Gelieve hierbij steeds mee te nemen:

  • verwijsbrief van de verwijzende tandarts

  • mogelijke radiografische opnames

  • lijst van de medicatie die door de patiënt wordt ingenomen

Tijdens deze consultatie worden dan met u verdere afspraken gemaakt ivm de opname en ingreep en krijgt u een aantal documenten mee die u thuis dient verder aan te vullen. Indien u later toch nog vragen zou hebben, aarzel dan niet om deze aan ons te stellen.

Verdere informatie over het verloop van een ingreep onder narcose en de nazorg kunt u hieronder vinden.

Anesthesie kinderen

 

Inleiding

Als uw kind geopereerd wordt en hiervoor narcose krijgt, is dit een ingrijpende gebeurtenis. Vanzelfsprekend wilt u uw kind zo goed mogelijk ondersteunen en hem of haar hierop voorbereiden. In deze folder vindt u informatie en afspraken zoals die in het A.Z. Rivierenland zijn gemaakt. Tevens kunt u lezen hoe u uw kind zelf kunt voorbereiden op de opname.

 

Bij de initiële consultatie heeft u een toestemmingsformulier voor de narcose, alsook een preoperatieve vragenlijst en een akkoord van betaling gekregen. Gelieve deze documenten ingevuld en ondertekend mee te brengen naar het ziekenhuis de dag van de operatie.

Voorbereiding kind - ouder

Voorbereiding

Voorbereiding kind - ouder

Het doel van het geven van informatie aan een kind over de ingreep (met name de gang van zaken rond de narcose) is om het kind voor te bereiden op datgene wat hem te wachten staat en zijn angst beheersbaar te maken.

 

Het is niet de bedoeling het kind bang te maken. Door het verkrijgen van juiste informatie over wat er gaat gebeuren, behoudt het kind zijn vertrouwen in volwassenen. u moet uw kind op een aantal dingen voorbereiden: de onbekende omgeving, de onbekende mensen in groene kledij of witte schorten, de ingreep die uw kind moet ondergaan, de narcose, de eventuele pijn die het kind kan ondervinden na de ingreep.

 

Bij peuters en kleuters zijn de ouders het meest geschikt om hun kind te informeren. Om u als ouder in staat te stellen uw kind goed te kunnen informeren, is het noodzakelijk dat uzelf goed bent voorbereid. Hieronder geven wij per leeftijdsgroep enkele tips en adviezen.

Peuters

Peuters begrijpen al veel van wat hun wordt verteld, ook al kunnen zij zelf nog niet goed praten. Vertel uw kind zo eenvoudig mogelijk wat er gaat gebeuren maar begin er niet te vroeg mee. Boekjes kunnen bij het vertellen helpen (zie boekenlijst achterin).

 

Vertel uw kind waarom het naar het ziekenhuis gaat, hoe lang het verblijf duurt, dat u meegaat en bij hem blijft. u kunt de vertrouwde zaken vertellen, zoals in bed liggen, pyjama dragen en spelen. De minder vertrouwde zaken, zoals thermometer, zetpil, drankje, de verpleegkundigen en artsen, vreemde apparaten en de pijn na de operatie, moeten vooral niet worden weggelaten.

 

Vertel uw kind dat er waarschijnlijk meer kinderen op de kamer zullen liggen. Door met uw kind het verhaal te spelen (bijvoorbeeld a.d.h.v. een dokterssetje), kan alles wat begrijpelijker worden.

Kleuters

Bij kleuters geldt hetzelfde als bij peuters, alleen kan uw verhaal wat uitgebreider zijn. Op deze leeftijd gaan kinderen vragen stellen. Wees wel voorzichtig met het vertellen over de ingreep zelf. Het is snel beangstigend en kinderen kunnen erover gaan fantaseren.

 

Het is van belang dat uw kind weet dat hij voor de operatie onder narcose (in slaap) wordt gebracht. Daardoor zal hij niets voelen van de operatie. Als het kind wakker wordt, kan hij pijn hebben. Vraag uw kind eens of hij weet wat er met hem in het ziekenhuis gaat gebeuren. Zo komt u erachter of uw verhaal goed is overgekomen.

Kinderen vanaf de leeftijd

van 7-8 jaar

Bij een ouder kind wordt het gemakkelijker een ziekenhuisopname te verklaren. u kunt het beste zelf bepalen wanneer u dat doet. Het ene kind vindt het prettig tijdig te weten wat er gaat gebeuren. Het kan zich er dan beter op instellen. Een ander kind wordt juist steeds angstiger als het lang moet wachten.

Dag van de ingreep

Dag van de ingreep

Wat neemt u mee?

  • een vertrouwde knuffel

  • extra ondergoed

  • een speen indien uw kind dit gebruikt

  • extra propere pampers

  • gemakkelijk zittende kleding voor na de ingreep

  • bij kleine kinderen een flesje waar
    uw kind thuis ook uit drinkt

  • de naam en de dosering van de eventuele medicijnen die uw kind gebruikt

Andere opmerkingen

  • geen sieraden aandoen

  • bij lange haren liefst staartjes of vlechten maken en geen haarspelden

  • indien uw kind losstaande tanden heeft, gelieve dit dan te melden aan de verpleegkundigen of arts

 

In te vullen formulieren

  • toestemming tot narcose

  • preoperatieve vragenlijst anesthesie

  • akkoord ivm financiële regeling

Eten en drinken

Om de narcose voor de operatie veilig te laten verlopen is het belangrijk dat uw kind nuchter is. Dit is belangrijk omdat tijdens de narcose de slikreflex wordt onderdrukt. Door nuchter te zijn voorkomen we dat tijdens de narcose inhoud uit de maag via de slokdarm in de luchtpijp - dus in de longen - terecht komt. Sommige kinderen ervaren het niet mogen eten of drinken als een straf. Leg uw kind daarom de reden uit. u kunt vertellen dat hij zich anders ziek zal voelen na de operatie.

Het is belangrijk dat u zich daaraan houdt, anders kan helaas de operatie niet doorgaan. Ook is het belangrijk te bespreken welke medicijnen uw kind gebruikt en of u deze voor de operatie gewoon mag toedienen. Kinderen die een behandeling volgen met anti-epileptica (Luminal® , Depakine®,...) of die hydrocortisone nemen, mogen hun medicatie toch innemen met een klein slokje water.

Normaal eten en drinken, flesvoeding

tot 6 uur voor de operatie niet eten

Borstvoeding

tot 4 uur voor de operatie niet eten

De operatie kan NIET doorgaan indien:​

  • uw kind ziek is

  • uw kind een temperatuur van 38°C graden of hoger heeft

  • wanneer er in de directe omgeving van uw kind infectieziekten zoals mazelen, waterpokken, kinkhoest, rode hond, bof of roodvonk voorkomen

  • een verstopte neus of hoestbuien of recente ziekte kunnen eventueel, na onderzoek door de anesthesist, een reden zijn om de anesthesie uit te stellen.

  • ​net een vaccinatie heeft gehad. Aangeraden wordt om dan enkele dagen te wachten: twee dagen na de D(K)TP, HIB, MenC, Pneumokok en Hepatitis en veertien dagen na de BMR.

  • Als uw kind minder dan vier weken geleden een luchtweginfectie heeft doorgemaakt kan het zijn dat de behandelend chirurg of anesthesist beslist de ingreep uit te stellen; dit heeft te maken met de langdurig verhoogde gevoeligheid van de luchtwegen na een luchtweginfectie

Operatiekwartier

Begeleiding door de ouders

De meeste, vooral jonge, kinderen zijn rustiger wanneer één van de ouders tijdens de inleiding van de narcose bij hen is. Kinderen voelen zich dan veiliger en gesteund. u bent dit echter niet verplicht. Er is altijd kundig personeel aanwezig om uw kind gerust te stellen en te troosten, zowel bij de inleiding van de narcose als bij het ontwaken op de recovery. Eén ouder kan, indien hij dit wenst, meegaan naar de operatiekamer om het kind te begeleiden bij de inleiding van het in slaap brengen. Doch, gelieve er rekening mee te houden dat de anesthesist steeds kan besluiten dat u niet bij de inleiding aanwezig kunt zijn om medische redenen of in het belang van de maximale veiligheid van uw kind. Het aanwezig zijn bij het ontwaken van uw kind op de recovery kan enkel onder bepaalde voorwaarden en na overleg met de anesthetist. De operatie zelf kan u niet bijwonen. Het is van belang dat u goed op de hoogte bent van wat u kunt verwachten voor en tijdens de inleiding. Hieronder volgt een opsomming van de voorwaarden waaraan moet voldaan zijn om uw kind te mogen begeleiden:​

Operatiekwartier

  • u bent als ouder goed voorbereid, u heeft deze brochure zorgvuldig doorgenomen

  • u hebt uw kind goed voorbereid zoals hierboven werd uitgelegd, bij voorkeur a.d.h.v. de voorgestelde boekjes

  • er is voldoende verpleegkundige begeleiding aanwezig om u na de inductie naar buiten te begeleiden

  • het is niet toegestaan een telefoon, fototoestel, videocamera of andere elektronische apparatuur mee te nemen in de operatiezaal

  • u bent rustig en laat iedereen zijn werk doen

  • u dient zich aan de kledingvoorschriften te houden (zie hieronder)

  • als de anesthesist aangeeft dat uw kind in slaap is (daarbij kunnen de ogen nog open zijn) krijgt u een seintje dat u de operatiekamer moet verlaten. Wij verwachten van u dat u aan dit verzoek onmiddellijk gehoor geeft en met de begeleider terug naar buiten gaat.

 

Kledingvoorschriften

Op de operatiekamer en de ontwaakkamer gelden speciale kledingvoorschriften. u krijgt een jas over uw kleding (de OK-overall of de overjas wordt over de eigen kleding aangetrokken en moet uw eigen kleding helemaal bedekken) en u en uw kind krijgen een muts op (lang haar dient bij elkaar gebonden te zijn). Er zijn ook overschoenen voorzien. In enkele gevallen zult u een neus/mondmasker moeten dragen - dit in verband met de hygiëne op de operatieafdeling. Een medewerker van de operatieafdeling zal u hierbij helpen en u verder begeleiden. Trek daarom makkelijke kleding aan, geen hoge hakken, geen rok en draag geen sieraden. Ook handtassen en dergelijke moet u op de verpleegafdeling achterlaten.

 

Spoedoperaties

Wanneer de opname onverwachts komt, heeft u uw kind en uzelf niet kunnen voorbereiden. Vaak zijn er ook ander inductietechnieken (technisch moeilijker) nodig. Daarom kan de anesthesist bij spoedoperaties beslissen dat u niet aanwezig kan zijn bij het toedienen van de narcose.

 

Adviezen voor begeleidende ouders bij de inleiding

Het is begrijpelijk dat u zich voor of tijdens de inleiding van de anesthesie onzeker voelt of bang bent. Laat dit niet aan uw kind merken. u bent degene waarop uw kind steunt. Stimuleer uw kind om goed naar de uitleg van de anesthesist te luisteren. We brengen uw kind liggend in slaap. u kunt gewoon naast uw kind staan en tijdens de inductie hem of haar aanspreken. Een normale inleiding duurt ongeveer één minuut. Als uw kind tegenstribbelt, overtuig hem er dan van dat dit nu echt even moet. Zeg tegen uw kind dat u blijft wachten tot de operatie of het onderzoek voorbij is, en dat u er weer bent om hem terug te brengen naar zijn kamer als hij wakker wordt. Indien u zich niet aan deze methode kan houden of u denkt dat het te emotioneel zal zijn, is het beter NIET mee te gaan voor de inductie. Indien u tijdens de inductie toch te emotioneel reageert, kan het zijn dat u terug uit het OK begeleid wordt. Zodra uw kind slaapt geeft de anesthesist aan dat u de operatiekamer moet verlaten. Dan kunt u vb. wachten in de wachtruimte tegenover de operatieafdeling of in de ziekenhuiskamer.

 

Uitleg over de anesthesie

Voordat uw kind onder anesthesie gaat, krijgt het eerst een pleister met een lampje of een dopje over een vinger of teen om het zuurstof-gehalte in het bloed te controleren. Soms krijgt hij ook plakkers op zijn borstkas voor de hartbewaking. Dit is niet pijnlijk. u kunt het vergelijken met het plakken van een pleister. De anesthesist vertelt u en uw kind wat er gaat gebeuren. Jongere kinderen brengen we meestal in slaap met een masker. Het anesthesie gasmengsel vinden kinderen over het algemeen niet lekker ruiken (u kunt bij de voorbereiding aan uw kind uitleggen dat hij deze geur kan wegblazen. Thuis kan u dit alvast oefenen). Oudere kinderen kunnen soms kiezen hoe ze in slaap worden gebracht: met een prikje of met een masker. De plaats waar een kind de prik krijgt, kunnen we vooraf verdoven met een speciale crème (toverzalf). De meeste kinderen vallen bij een inleiding niet gewoon in slaap, maar kunnen de volgende gedragingen of kenmerken vertonen: onrustig worden of juist heel slap (ontspannen) zijn, slaan of trekken met armen of benen, met de ogen draaien, bleek wegtrekken, hoesten, een snelle en oppervlakkige ademhaling... Schrik hier niet van. Deze gedragingen zijn normaal en komen vaak voor. Bovendien merkt het kind er zelf niets van, omdat hij al bijna in slaap is. Indien u denkt dit niet te kunnen verdragen, ga dan liever ook niet mee naar binnen.

 

Bijwerkingen en complicaties bij anesthesie

Geen enkele ingreep is geheel zonder risico. Met goede bewakingsapparatuur en gekwalificeerde medewerkers zorgen wij zo goed mogelijk voor de veiligheid en comfort rondom de operatie. Toch willen wij u attent maken op mogelijke bijwerkingen en complicaties:

  • Tijdens de algehele anesthesie of narcose:
    allergische reactie op medicijnen, beschadiging van gebit of keel door inbrengen van het beademingsbuisje, onvoorspelbaarheden samenhangend met de conditie en gezondheid van de patiënt.

  • Na het ontwaken uit de algehele anesthesie of narcose:
    1. slaperigheid, 2. na de uitwerking van de verdoving: pijn in het operatiegebied, 3. misselijkheid en/of braken, 4. droge keel of keelpijn van het beademingsbuisje. Deze irritatie verdwijnt vanzelf binnen enkele dagen.

100_19252.jpg
Recovery

Recovery

Na de ingreep wordt de patiënt eerst rustig wakker op de recoveryafdeling. Indien wij zien dat de situatie volledig veilig is wordt hij/zij zo snel mogelijk bij de ouders op de kamer gebracht.

 

 

Terug op de afdeling

Pijnbehandeling na de operatie

We willen dat uw kind na de operatie zo min mogelijk pijn heeft. De arts, anesthesist en de verpleegkundige geven u informatie over het verminderen of het voorkomen van pijn na een operatie of onderzoek. De anesthesist spreekt af welke pijnstilling uw kind krijgt na de operatie of onderzoek. De pijnmedicatie geven we op vaste tijden, waardoor een continu pijnstillend effect ontstaat. Het is belangrijk dat uw kind, of u als ouder, aangeeft hoe het met de pijn is en of de pijnstillers goed helpen. Hiervoor gebruiken we een pijnscorelijst.

 

 

Ontslag ziekenhuis

Het tijdstip dat uw kind naar huis mag, hangt af van de aard van de ingreep. Als alles goed verlopen is en het kind gegeten en gedronken en geplast heeft, zullen de chirurg en de anesthesist het kind toestemming geven om het ziekenhuis te verlaten. Er zal een brief voor de huisarts en een afspraak ter controle bij de huisarts of de specialist meegegeven worden alsook - indien nodig - een voorschrift voor medicatie. Wanneer thuis verdere verzorging nodig is, wordt u getoond hoe dit verder moet en indien nodig geven we u toelichting hoe u de medicatie moet toedienen.

 

 

Contactnummer bij vragen

Mocht u vragen hebben voor de operatie of bij uw thuiskomst na de operatie of de dagen
erna kan u steeds contact opnemen

 

tandarts Wouter Van den Steen per mail 

  • Dagziekenhuis: 03/880.96.99 - 07.00u tot 19.00u tijdens weekdagen

  • Spoedafdeling: 03/880.95.20 Zij zullen u zo nodig doorverbinden met de betrokken personen.

Contactnummer
bottom of page